Theo vertrekt naar Nederlands Indië om daar bij zijn oom op de rubber-plantage te gaan werken. Hij ontmoet daar de inlandse Ems, zij is getrouwd maar toch krijgen ze een verhouding met elkaar. Ondertussen is in Europa de tweede wereldoorlog begonnen. Nederlands Indië denkt de dans te kunnen ontspringen. Dan gebeurt het onvermijdelijke: bij de Japanse inval overlijdt de man van Ems. Als Theo door de Jappen achterna gezeten wordt, doet Ems ervan alles aan om Theo te kunnen helpen. Tegelijkertijd wordt de geschiedenis van Nederland in Indonesie tijdens en na de oorlog verteld.
Regie: Orlow Seunke, Nederland, speelfilm, 1997, 125 min.
Veel bekroonde compilatie van archiefmateriaal afkomstig uit het begin van deze eeuw (1912 – 1932) geeft een onthutsend beeld van de koloniale verhoudingen in Nederlands-Indië. Maar door de poëtische montage spreekt ook een bepaalde mildheid uit de film. De film is gebaseerd op het scheppingsverhaal van de bewoners van het eiland Nias, waarin Moeder Dao de aarde schiep. Ze verzamelde haar lichaamsvuil en kneedde dit op haar knie tot een bolletje, dat was de wereld. Vervolgens werd ze zonder man zwanger en baarde een meisje en een jongen, de twee eerste mensen.Ze leefden in een vruchtbare wereld. Moeder Dao wordt door de eilandbewoners ‘schilpadgelijkende’ genoemd, omdat zij vanaf het strand de horizon half gebogen zien, als de behuizing van een schildpad. De film won het Gouden Kalf in 1995.
Regie Vincent Monnikendam, Nederland, 1995, documentaire, 1995, 90 min. z/w
Film naar een boek van Putu Wijaya. De film toont het leven van Daku, een jonge Balinese vrijgezel die als journalist in Jakarta werkt. Hij onderhoudt relaties met de prostituee Norma en de lokale schoonheid Rosa. Ook zorgt hij voor zijn geadopteerde dochter Sinta. Als zijn moeder overlijdt en van hem verwacht wordt dat hij terugkeert naar Bali, weigert hij zijn leven in de hoofdstad op te geven. Het telegram met het onheilspellende nieuws opent hij niet. Daku vlucht in de leugen en weet uiteindelijk geen onderscheid meer te maken tussen zijn eigen verzinsels en de werkelijkheid die om hem heen in elkaar stort.
De Filmkrant: “Hij heeft wat weg van een culturele guerrillastrijder, de Indonesische filmmaker Slamet Djarot Rahardjo. Via zijn film Telegram strijdt hij tegen de apathie, tegen de censuur en tegen het cultureel imperialisme. “Indonesiërs zijn lui geworden. Het enige dat we doen is kopen en verkopen.”
Regie Slamet Rahardjo Djarot, Indonesie, speelfilm, 2001, Javaans/Balinees gesproken, Nederlands ondertiteld, 82 min.
Een groepje rijke, trendy huisvrouwen houdt wekelijks een ‘Arisan’, een soort dameslunch met veel geroddel en gezwets. Het hoogtepunt is de verloting van geld of goederen die door de dames zelf zijn ingelegd. Ze slagen erin om een knappe, welgestelde jongeman voor hun Arisan te strikken en gooien al hun charmes in de strijd om zijn aandacht te winnen. Zijn belangstelling gaat echter uit naar een andere… man.
Regie: Nia Di Nata, Indonesië, 2003, Indonesisch gesproken, Engels ondertiteld 129 min.
Wanneer de Japanners Singapore binnenvallen in 1942 worden veel vrouwen en kinderen opgesloten in gevangeniskampen. Ondanks hun verschillende leeftijden, nationaliteiten en achtergronden groeit er een band tussen de gevangenen wanneer ze te maken krijgen met voedselgebrek en de slechte behandeling. Adrienne, één van de vrouwen, organiseert een koor.
Regie: Bruce Beresford, 1997, Australië / VS, 122 min.
Verfilming van Multatuli’s gelijknamige roman uit 1859. De Hollandse ambtenaar Max Havelaar krijgt een aanstelling in het gekolonialiseerde Nederlands-Indië en ziet hoe welvarende Nederlandse koffiehandelaren en plaatselijke regenten de arme bevolking uitbuiten en onderdrukken. Hij trekt zich het lot van deze mensen zo aan dat hij, tegen de gebruiken in, protest aantekent.
Regie: Fons Rademakers, Nederland/Indonesie, 1976, 170 min.
Aan de hand van films die Mathieu Kerbosch zelf tussen 1926 en 1938 maakte van zijn gezin en kinaplantages op Java, foto”s en gesprekken met zijn kinderen wordt een beeld geschetst van het koloniale leven in Nederlands-Indië, het gezinsleven en het werk van Kerbosch. INTERVIEWS over het leven, het liefdeloze huwelijk van hun ouders, hun opvoeding en het autoritaire karakter van hun vader met de vijf zonen en enige dochter van Kerbosch.
Tussen 1950 en 1970 emigreerden vanuit Indonesië 300.000 mensen naar Nederland. Een deel van die groep kwam in Gelderland terecht en bouwde hier een eigen leven op. Hoe is het met deze mensen, vroegen we ons af? Hoe kijken ze terug op een halve eeuw in Nederland? En hoe vergaat hun kinderen en kleinkinderen?
Marlies Claasen gaat op bezoek bij Tante Son van Toko Rasasari in Arnhem. Zij kwam begin jaren vijftig samen met haar man naar Nederland en zette één van de eerste Toko’s in Nederland op. Zij vertelt haar verhaal. Ook haar kinderen en kleinkinderen vertellen hoe zij tegen hun Indische achtergrond en geschiedenis aankijken.
Regie Marlies Claasen, TV-Gelderland ‘De geschiedenisbus’, Nederland, 2004, 23 min.
Rumidjah, een 62 jarige weduwe, woont in een volksbuurt in Jakarta samen met haar zoon Bakti en haar elfjarige kleindochter Tari. Sinds de val van President Soeharto zeven jaar geleden, is Rumidjah getuige geweest van de wervelwind van politieke en sociale onrust die in haar land woedde. Naarstig probeert de grootste godsdienst van Indonesië, de Islam, de rust en vrede onder burgers in de stad te handhaven door ze te wijzen op het strenge waarden en normen patroon van de Islam. Ook van niet-Islamitische buurtbewoners wordt verwacht dat ze zich aan de islamitische normen en waarden houden Maar de Christelijke Rumidjah heeft meer dan genoeg van de chaos in Jakarta. Ze overweegt te verhuizen naar haar geboortedorp op het platteland, maar dit zou betekenen dat ze afscheid zou moeten nemen van haar kleindochter Tari. Voor het meisje ligt er in het kleine dorp op Midden Java geen toekomst, dat weet de ongeschoolde Rumidjah maar al te goed. Door toenemende mechanisering is het vinden van werk aanzienlijk moeilijker geworden. Steeds minder mankracht is nodig bij het oogsten van rijst op de rijstvelden. Maar de oude Rumidjah is niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten. Ze put hoop uit haar geloof in God en hoopt dat haar kleindochter in de toekomst meer zal bereiken dan zijzelf en haar zoons ooit hebben bereikt.
Stand van de Maan is de winnaar van Joris Ivens Award op de IDFA van 2004.
Met bijdragen van regisseur Leonard Retel Helmrichen conservator Museum Nusantara, Pim Westerkamp, samensteller van de tentoonstelling ‘Urban Islam’.
Regie Leonard Retel Helmrich, Indonesie, 2004, speelfilm, 90 min
Gedramatiseerde documentaire over het leven van schrijver Willem Walraven (1887-1943). Na een aantal jaren door Amerika te hebben gezworven, vertrok Walraven aan het begin van deze eeuw naar Indië. In 1941 werd hij door de Nederlandse autoriteiten tot staatsvijand bestempeld en vastgezet in een Javaanse gevangenis. Gevangen op Java laat zien hoe Walraven, gespeeld door Gerard Thoolen, in zijn cel terugblikt op zijn leven en het proces dat aan zijn opsluiting vooraf ging. De film toont naast gedramatiseerde scènes en archiefbeelden, opnamen van twee mannen, waaronder mensenrechtenactivist Poncke Princen, die in Walravens voetspoor door het hedendaagse Java trekken. Geleidelijk ontstaat het beeld van een controversiële schrijver wiens leven en werk een onlosmakelijk geheel vormden.
‘Gevangen op Java’ is een document over een fascinatie geworden en vertelt niet alleen iets over drie mensen, maar over een heel volk. Ons volk en een geschiedenis waar nog altijd met moeite over gesproken wordt.
Scenario: Jan van den Berg, Camera Renee Hoffman, gedramatiseerde documentaire, Nederland, 1995, 75 min.